Brabantse hartelijkheid op Golfpark De Turfvaert

De Turfvaert heeft een Schots uiterlijk mee gekregen
Waar in de rest van het land over een golfbaan wordt gesproken, wordt in het Brabantse Rijsbergen tussen Breda en Zundert over ‘Golfpark De Turfvaert’ gesproken. Zoals Toon Hermans vroeger in één van zijn conferences al duidelijk maakte dat sommige dingen in het Frans gewoon beter klinken dan in het Nederlands, zo is het ook in het Nederlands nog steeds mogelijk om iets leuker te laten klinken door andere woorden te gebruiken. “Golfpark’ klinkt toch veel feestelijker, voornamer en Bourgondischer dan ‘golfbaan’, vindt u niet?
Medio 2008 is door baanarchitect Frank Pont in samenwerking met Ronald Buiting begonnen met de aanleg van de baan op agrarische gronden en in mei 2010 was de officiële opening. Frank Pont is geïnspireerd door twee beroemde Engelse golfbaanarchitecten, te weten Harry Colt en Tom Simpson die in Engeland, België en Nederland verantwoordelijk zijn voor de aanleg van enkele van de mooiste golfbanen, geen slechte voorbeelden dus. En op de Turvaert zijn deze invloeden dan ook duidelijk terug te vinden.
Op de Turfvaert zijn, net zoals op andere jonge Nederlandse banen, duidelijk diverse Schotse invloeden terug te vinden zoals fairways met bulten en richels, een goed gebruik van (diepe) bunkers die de holes mooier maken en greens met meerdere niveaus en richels. Voor de spelers die ook wel eens in Schotland hebben gespeeld zullen hier en daar duidelijke overeenkomsten met Schotse banen terug vinden.

De greens worden naar Schots voorbeeld bewaakt door prachtige bunkers
Naar typisch voorbeeld van Harry Colt wordt er op de eerste hole rustig begonnen met een simpele par 5 van 490 meter met slecht twee fairway bunkers waar de eerste uitdaging in de slag naar de oplopende green ligt omdat achter de green out-of-bounds is.
Hole 2 is een korte par 4 dogleg naar links van slechts 238 meter die dus voor veel spelers haalbaar is. Maar als je niet genoeg carry hebt om op de green te landen, dan eindig je dus in één van de bunkers die de green bewaken.
Hole 10 is een par 5 van 482 meter met een lichte dogleg naar links waarbij de hele linkerkant van de hole van begin tot eind out-of-bounds is met als extra nog een onzichtbare waterhindernis achter de green.

Een uitdaging, afsnijden over water om de green aan te vallen?
Hole 14, een par 5 van 468 meter met eerst een dogleg naar rechts en daarna een dogleg naar links zal veel spelers bijblijven omdat je hier de keuze hebt om met de tweede slag over 180 meter water af te snijden naar de green of om veilig over de fairway te spelen en met de reguliere drie slagen naar de green te gaan. Kortom, een echte macho hole!
Hole 18 tenslotte, een par 4 van 378 meter, voert terug naar het clubhuis waarbij de tweede slag naar de green hoe dan ook over water moet worden gespeeld waardoor de laatste hole toch nog even een laatste steek kan geven. Zoals aan het begin van mijn verhaal gezegd, is deze baan een mooi voorbeeld dat je beter een goede par 70 baan kan hebben dan een gekunstelde en geforceerd par 72 baan.
Een compliment is op zijn plaats, ondanks de nog zeer jonge leeftijd doet de baan al zeer volwassen aan. Alle 18 greens zijn redelijk van gelijke kwaliteit waardoor je niet van hole tot hole met een andere kwaliteit green geconfronteerd wordt en de fairways en de bunkers zijn ook al dik voor elkaar, goed gedaan.
Na afloop is het genieten van de Brabantse gastvrijheid in het gezellige clubhuis en heb je in de ondergaande zon een prachtig uitzicht over een groot gedeelte van de baan.
Tekst: Eric Veenhuyzen
Foto’s: De Turfvaert









